Jaren geleden hoorde ik het inspirerende verhaal van een remedial teacher in het onderwijs: ze was de zoveelste RT-er van een negenjarige jongen die amper kon lezen. Die elke dag uit de klas werd gehaald voor RT. Die niet meer wilde. Geen vertrouwen meer had. Afgestompt was. Ze pakte het rigoreus anders aan. Ze zei: we gaan niet lezen, we gaan iets doen wat jij leuk vindt! 

Het kind keek haar totaal verbaasd aan. Dit kon ze niet menen. En haalde zijn schouders op. Na wat aandringen zei hij dat het heelal hem ‘wel leuk’ leek. Dat was helemaal goed, zei de RT-er.  

Ze struinde bibliotheken af naar DVD’s, CD’s etc: niets om te lezen.  Hij verslond het allemaal. Totdat het op was. Maar zijn nieuwsgierigheid niet. Dus begon hij een beetje aarzelend, maar intrinsiek gemotiveerd, te lezen… Binnen 3 maanden las deze jongen op niveau. En dat niet alleen. Zijn zelfvertrouwen en plezier waren teruggekeerd.

Achterstand inhalen

Aan dit verhaal moest ik de laatste maanden vaak denken. Mijn dochter liep anderhalf jaar achter met lezen en ging eronder gebukt. We hadden al ontdekt dat ze een bril nodig had, geen melk meer mocht, hadden geoefend om beter voor zichzelf op te komen…, maar het lezen ging verder achteruit. Ik was redelijk gefrustreerd en behoorlijk wanhopig. Was het dyslectie? Zoals de ene leerkracht vermoedde? Had ze faalangst? Een RT-er in de buurt bood uitkomst: een lieve, positieve vrouw met tijd en aandacht. 

We oefenden. Oefenden. Oefenden.  Met kopjes thee en lieve woorden erbij. 
Maar er moest meer zijn, wist ik. 


Ze moest ergens intrinsiek zo geraakt worden, dat ze echt heel graag wilde KUNNEN lezen…

Ik wist dat uit ervaring: mijn eindopdracht op de PABO-zij-instroom concludeerde dat kinderen eerst ZIN moeten ervaren, zich moeten kunnen verbinden met de leerstof, voordat ze over leerproblemen heen kunnen komen. Hoe? Soms heel simpel: spellingdrama's? Ik vroeg de onderzochte kinderen: wie is je held, wie zou je een brief willen schrijven? Hoe zou het zijn als die brief foutloos was? Nou... daar gingen ze!! 

'Mam! kijk eens wat ik heb!'

Inmiddels weet ik ook wat er dan in je hersenen gebeurt: zodra je plezier en zin ervaart, werken je hersenen optimaal en slaat je hart in een rustig, evenwichtig ritme. Dat noemen wetenschappers hartcoherentie. Ik noem het hartenkracht: je zet je hart in bij wat je doet en staat zo in je kracht.
Dat wilde ik ook voor mijn dochter..., maar hoe? Ik had nog geen fonkelende ogen gezien. Nog geen 'drive' gevoeld om te willen lezen.  En toen gebeurde er dit: 

‘Mam, kijk!’, riep ze enthousiast, net terug van de boekwinkel. ‘Kijk eens wat ik heb!”. Trots en blij  liet ze me het boekje vol moppen zien. Ze rende naar boven. Verbouwde haar kamer, maakte een gezellig leeshoekje en knipte haar lichtje aan. Daar zat ze, weggedoken in een hoekje met een boekje… 

Toen ik ’s avonds om negen uur voetstappen hoorde op de trap, wist ik dat zij het was. Met stralende ogen liep ze de kamer in. 

Ze giechelde en wees in haar boekje. ‘Mam, moet je horen wat grappig!’. Foutloos las ze de moppen voor, de een naar de ander. Ze gierde het uit. We omhelsden elkaar van plezier en eenmaal boven, zag ik een rode blos op haar wangen en een tevreden blik.

Ze had haar hartenkracht ontdekt!