Een rups wordt pas een vlinder als hij de tijd krijgt om zich een huisje te bouwen… en daar een tijdje in te verblijven. In alle rust. Stilte. En eenvoud.En laat dat nu iets zijn dat in ons gehaaste, stampvolle leven vaak ver te zoeken is. Hoe kun je dan toch je kind helpen uitgroeien tot een prachtige vlinder? 

De 'tijd om te geworden' is vaak heel lastig te realiseren in een samenleving waarin iedereen haast heeft, prestratiedruk overal aanwezig lijkt en stilte overstemt wordt door voortdurend lawaai. Daardoor raakt het zenuwstelsel snel(ler) overbelast dan wenselijk is en dat maakt 'ontpoppen' lastiger. Want alles begint bij een goede bedrading in je hoofd en lijf. 

Wat hebben kinderen van nu nodig om toch die stappen te kunnen maken?

Liefde, duidelijkheid, veiligheid en structuur. En hoe geef je dat? 
1. Zorg goed voor jezelf en wees eerlijk: hoe gehaast is mijn leven? Heb ik tijd en energie om werkelijk contact te maken met mijn kind? Zodat het zich gezien, gehoord en begrepen voelt? Als het antwoord nee is: neem je daar dan de verantwoordelijkheid voor als ouder door naar oplossingen te zoeken? 

2. Geef het kind de ruimte om zijn eigen ontwikkeling door te maken en vergelijk het niet met leeftijdgenootjes. Laat het geworden, trek je weinig of niets aan van 'scores' en 'levels', tenzij je kind structureel een probleem lijkt te hebben, dan trek je aan de bel. Door een kind deze ruimte te geven, krijg het van jou de boodschap: ik vertrouw op jouw eigen ritme, jouw eigen manier van groot worden. 

3.  Zorg dat je kind tijd, ruimte en veiligheid krijgt om zijn eigen coconnetje te bouwen, waar het altijd naar terug kan, letterlijk en figuurlijk.

Letterlijk bijv. een fijne eigen kamer of plek dat helemaal van hem of haar is. Met een trouwe knuffel die altijd klaar staat. Laat het zoveel mogelijk zelf kleuren, materialen en vormen uitkiezen en wees creatief: niet alles hoeft duur uit de winkel, het gaat om de sfeer die het kind probeert te maken.

Figuurlijk: help het kind te ontdekken wie het is, wat zijn kwaliteiten zijn, dromen en wensen. En leer het spelenderwijs (bijvoorbeeld door kinderyoga) zich vertrouwd te voelen in zijn eigen lichaam: dat er emoties komen en gaan en dat je bijvoorbeeld jezelf kan ontspannen als dat nodig. Dat lichaamsbewustzijn geeft een stevig fundament om de prikkels van de dag aan te kunnen. 

4.  Geef het kind tijd om daadwerkelijk in zijn eigen huisje te zijn…: minder clubjes, afspraakjes dan je misschien ‘normaal’ vindt of je kind zou toewensen. Tijd in zijn eigen huis is minstens zo belangrijk om alles te laten bezinken.


5.    Spreek je vertrouwen en waardering uit over hoe het kind zich ontwikkelt, niet gericht op de resultaten, maar op hoe het ‘het doet’. Welke kleine stapjes je ziet in zijn ontwikkeling. Bijv: “ik zie dat je steeds beter voor jezelf opkomt, wat fijn voor je!”. Dit noem ik ‘lieve woorden groei-zinnen’

En tot slot voor jou als ouder: neem soms even ‘afstand’. Bekijk en bewonder je kind, deze vlinder in wording en geniet van de vlindervleugels die je (vaak) al ziet verschijnen en fladderen. Want elk kind heeft ze! En elk kind zal ontpoppen, als je het de ruimte geeft om zich eerst een huis te bouwen.

Tot slot nog een (Voor)leestip:

lees samen het omkeer- en ontmoetboek Vlinder & Slak, waarin Vlinder ontdekt dat ze haar eigen ‘huis’ altijd bij zich heeft (en daarin tot rust kan komen)… en Slak ervaart hoe hij vlindervleugels kan voelen, ook al voelt hij zich soms wat langzaam en klein...als hij het wil, dan kan het!